Hoofdlijnen

Financiële hoofdlijnen

Vorig jaar schreven we dat de onzekerheid voor wat betreft de gemeentelijke financiële positie bij het opstellen van de begroting 2022 aanhield. Enerzijds zagen we een krachtig herstel van de economie, ook regionaal, krapte op de arbeidsmarkt en oplopende inflatie. Anderzijds hadden we op het moment van opstellen van de begroting 2022 nog geen zicht op de uitkomsten van de coalitievorming in Den Haag en de beleidskeuzes die daarbij gemaakt werden. Evenmin kenden we de uitkomsten van de CAO onderhandelingen voor gemeenten. Tot slot waren we onzeker over de structurele impact van Corona op de gemeentelijke begroting.

Inmiddels is op basis van de decembercirculaire 2021 en de meicirculaire 2022 duidelijk dat het financieel meerjarig beeld voor onze gemeente is verbeterd. De (verder oplopende) opschalingskorting is tot en met 2025 geschrapt. De herverdeling van het Gemeentefonds is alsnog ingevoerd. Dit heeft voor onze gemeente positief uitgepakt. Daarnaast laat het saldo van het accres en de loon- en prijsontwikkeling een structureel positief beeld zien.

Bovendien heeft onze gemeente een gezonde financiële positie als gevolg van het gevoerde deugdelijke financiële beleid. De algemene reserve is op een goed niveau. De gesloten circuits hebben ieder hun eigen remweg waarmee een financiële impact op de algemene middelen wordt vermeden. Ook rendeert het grondbedrijf goed.

De vooruitzichten ten aanzien van het accres voor de jaren 2024 en 2025 zijn positief te noemen. Recent heeft de VNG ingestemd met het voorstel van het Rijk om het volume-accres gemeentefonds voor de jaren 2022-2025 te bevriezen (geen trap-op-trap-af). Hiermee is het risico op neerwaartse bijstellingen bijvoorbeeld als gevolg van bezuinigingen of onderuitputting uitgesloten. We zijn daarmee positief over de mogelijkheden om voor deze jaren de benodigde middelen voor uitvoering van het bestuursakkoord beschikbaar te hebben.

Vanaf 2026 laat het Rijk echter de huidige financieringssystematiek los en is het accres voor alle gemeenten tezamen vastgesteld op € 840 miljoen (exclusief loon- en prijsontwikkeling). Ten opzichte van 2025 is dit een zeer forse bijstelling naar beneden. Dit is in strijd met de financiële afspraken die tussen overheden gemaakt zijn. Het Rijk stuurt echter aan op een nieuwe financieringssystematiek voor 2026 en verder. Zij gebruikt dit als argumentatie voor deze aanpassing. De onzekerheid voor gemeenten wordt verder versterkt door de terugkeer van de volledige opschalingskorting in 2026. Vanaf dat jaar moet ook worden besloten of het ingroeipad voor de herverdeling van het Gemeentefonds voortgezet wordt.

Financieel beeld

Het financieel beeld ziet er als volgt uit (bedragen x € 1.000):

2023

2024

2025

2026

Uitkomst Begroting 2022

-2.954

-3.141

-7.380

-7.380

Positieve effecten decembercirculaire Rijk en het nieuwe regeerakkoord

3.567

4.767

5.967

5.967

Uitkomsten actualisatie Begroting 2022

-1.892

-1.320

-1.152

-52

Stand Actualisatie 2022

-1.279

306

-2.565

-1.465

Begrotingsvoorbereiding 2023

11.018

11.315

13.453

13.936

Nieuw beleid structureel cf. bestuursakkoord

-8.517

-12.615

-14.165

-15.331

Dekking nieuw beleid structureel cf. bestuursakkoord

3.500

3.500

5.485

5.551

Incidentele ruimte t.b.v. extra dotatie Structuurfonds

-972

-500

Schrappen stelpost bestuursakkoord: Faseren ambities of oud-voor-nieuw of inzet meevallers

-1.685

-1.751

Saldo nieuw beleid structureel

-5.989

-9.615

-10.365

-11.531

Nieuw beleid incidenteel cf. bestuursakkoord

-12.680

Dekking nieuw beleid incidenteel cf. bestuursakkoord

12.680

Incidentele ruimte t.b.v. aanvulling Volkshuisvestingfonds en Startbuurt Warmtevisie

-3.750

Saldo nieuw beleid incidenteel

-3.750

Concept uitkomst meerjarenbegroting

0

2.006

523

940

Bovenstaande tabel laat zien, dat op basis van onze huidige inzichten de meerjarenraming jaarlijks een beperkt positief resultaat laat zien. Daarbij is in de jaren 2025 en 2026 niet langer een stelpost nodig om de meerjarenraming sluitend te maken. In deze (meerjaren)begroting is voor alle jaren van deze bestuursperiode (2023 tot en met 2026) het in het bestuursakkoord opgenomen nieuw beleid verwerkt. Dit geldt ook voor de in het Bestuursakkoord afgesproken extra dekking. Hiermee kunnen we deze bestuursperiode met slagkracht en ambitie werken aan de toekomst van onze  gemeente.

De meerjarenraming van de begroting 2022 sloot met een structurele taakstelling van € 7,4 miljoen in 2025. In de actualisatie 2022 is hier een verbetering in opgetreden met name door de verwerking van positieve effecten voor onze gemeente van de decembercirculaire van het Rijk en het nieuwe regeerakkoord. Het geraamd tekort bij de Actualisatie van de begroting 2022 werd daardoor € 2,6 miljoen in 2025. Dit tekort is bij de begrotingsvoorbereiding 2023 omgeslagen in een voordeel van € 0,5 miljoen in 2025 en € 0,9 miljoen in 2026. Dit wordt met name veroorzaakt door de positieve ontwikkeling van het accres gemeentefonds en het structurele voordeel als gevolg van de herverdeling van het gemeentefonds van € 4,8 miljoen.

Voor 2023 en (beperkt) 2024 doen we in deze begroting het voorstel voor enkele aanvullende posten Nieuw Beleid. Zie hiervoor onderstaande toelichting Nieuw Beleid. Hiermee sluit de begroting 2023 op nul. Voor 2024 gaan we vooralsnog uit van een positief saldo van € 2 miljoen. Wij achten het verstandig om de komende jaren de ontwikkelingen rondom het Gemeentefonds af te wachten alvorens de resterende financiële ruimte voor 2024-2026 verder structureel in te vullen.

Over deze onzekere ontwikkelingen nog wel het volgende. In onze bovenstaande ramingen gaan wij er vanaf 2026 vanuit, dat de opschalingskorting structureel van de baan is. Aan de andere kant houden we geen rekening met een verder voordeel vanuit de herverdeling van het Gemeentefonds. Als deze herverdeling na 2025 onverkort doorgezet wordt, levert dat op basis van de huidige ramingen onze gemeente een aanzienlijk voordeel op. Conform onze bestendige gedragslijn nemen wij geen toename van het accres mee in de meerjarenraming. Dat is voor loon- en prijsstijgingen. Daarom hebben we ook in onze meerjarenraming geen rekening gehouden met eventuele incidentele overschotten in 2024 en 2025 vanuit nog te ontvangen accres in die jaren en ook niet met de daling van het accres vanaf 2026
(het ravijn).

Effect Inflatie en in het bijzonder stijgende energiekosten op de begroting
In deze begroting houden wij rekening met de prijsontwikkeling conform het Centraal Economisch Plan 2022 in de Maartraming van 9 maart 2022 van het CPB. Dit is overeenkomstig de bij de Actualisatie van de begroting 2022 door uw raad vastgestelde uitgangspunten voor de begroting 2023. Wij rekenen hierbij met een totale prijsstijging van 8%. Dit is inclusief de stijging van de gemeentelijke energiekosten. Hiermee volgen we de gangbare lijn bij het opstellen van onze begroting. Wij onderkennen, dat de huidige hoge inflatie op onderdelen van de begroting tot een kostenoverschrijding kan leiden. Recent kregen wij bijvoorbeeld het signaal dat de gemeentelijke energiekosten naar verwachting fors hoger uit gaan vallen. Hoger dan waar we, op basis van de vastgestelde uitgangspunten, in deze begroting vanuit gaan. Hier staat tegenover, dat wij aan de andere kant dan ook hogere inkomsten mogen verwachten. Denk hierbij in het bijzonder aan de (prijs)compensatie die wij via het Gemeentefonds tegemoet mogen zien van het rijk. De omvang van de hogere lasten en de hogere inkomsten is op dit moment nog onzeker. Wij houden hierbij de vinger nadrukkelijk aan de pols. Voor zover lopende het begrotingsjaar er als gevolg van de inflatie onvermijdelijke budgetoverschrijdingen aan de orde zijn, brengen wij dat in beeld via de managementrapportages. Ook over eventuele extra inkomsten informeren wij u op de gebruikelijke wijze.

Nieuw beleid bestuursakkoord
In 2023 wordt er aan de uitgavenkant € 9,5 miljoen structureel nieuw beleid ingezet. Dit loopt op tot €15,3 miljoen in 2026. Het gaat hierbij om het Nieuw Beleid, zoals dat in het Bestuursakkoord werd beoogd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ambtelijke capaciteit wonen (€ 0,6 miljoen), personeel en werkbudget onderzoeksbuurten (€ 1,8 miljoen), programmakosten Positieve gezondheid (€ 0,8 miljoen), Rijke Schooldag (€ 0,8 miljoen), Breed perspectief Brede Binnenstad (€ 0,6 miljoen), Datastad (€1,0 miljoen), verhoging onderhoudsbudget openbare ruimte (€ 1,0 miljoen), programma sociale structuur (€ 0,6 miljoen) en aanvulling structuurfonds (€ 1,5 miljoen).

Aanvullend op het Nieuw Beleid uit het Bestuursakkoord, stellen wij u voor een deel van de extra ruimte in de begroting 2023 in te zetten om de gewenste structurele extra dotatie aan het Structuurfonds van € 1,5 miljoen per jaar al deels vanaf 2023 en volledig vanaf 2024 in te laten gaan.

Ook het voorgenomen incidenteel nieuw beleid uit het bestuursakkoord is voor een bedrag van € 12,7 miljoen in deze begroting opgenomen. Hier bovenop stellen wij u voor om het resterende deel van de ruimte in de begroting 2023 extra in te zetten voor het Volkshuisvestingsfonds (+ € 2 miljoen) en de Startbuurt Warmtevisie (+ € 1,75 miljoen). In de financiële paragraaf van het bestuursakkoord is het voornemen opgenomen om incidenteel respectievelijk € 3 mln. en € 4,25 mln. te reserveren voor het Volkshuisvestingfonds en de Startbuurt Warmtevisie. Uitgangspunt bij de coalitieonderhandelingen was een Volkshuisvestingsfonds van € 5 mln. en een reservering voor de Startbuurt Warmtevisie van € 6 mln.. De financiële doorkijk ten tijde van de coalitieonderhandelingen bood deze ruimte echter nog niet volledig. Nu zien we in 2023 incidentele ruimte om alsnog de gewenste bedragen voor het Volkshuisvestingsfonds en de Startbuurt Warmtevisie te reserveren. Daarmee wordt er in deze begroting 2023 in totaal € 16,4 miljoen opgenomen voor incidenteel nieuw beleid.

Structuurfonds
In het bestuursakkoord is een herzien overzicht van de projecten Structuurfonds opgenomen met deels geactualiseerde ramingen. Dit overzicht nemen we nu over in deze begroting. Dit betekent dat de projecten ‘doortrekken Vogelstraat’ en Transferium stad (Pettelaer) van het Structuurfonds worden afgevoerd. Tegelijkertijd met deze begroting leggen wij uw raad een voorstel voor om het project ‘Design Museum’ op te nemen in de verkenningsfase van het Structuurfonds. Voor het project ‘Compensatie bezoekersparkeren Tolbrug’ leggen wij u in een latere fase een vergelijkbaar voorstel voor. Voorzichtigheidshalve houden we in het overzicht een stelpost bouwkosten aan vanwege de huidige marktontwikkelingen.
Bij dit herziene overzicht hoort ook een geactualiseerde inschatting van de beschikbare en toekomstige dekking. Conform ons voornemen uit het bestuursakkoord is hierbij rekening gehouden met een structurele extra dotatie aan het Structuurfonds van jaarlijks € 1,5 miljoen. Deze is verwerkt in de conceptbegroting 2023.

Woonlasten
Een van de uitgangspunten van ons tarievenbeleid is dat de woonlasten in onze gemeente in beginsel niet anders worden verhoogd dan met een inflatiecorrectie. Onder woonlasten worden in dit verband verstaan: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Autonome kostenstijgingen rekenen bij de laatste twee heffingen wel mee. Ter dekking van het gewenste nieuw beleid bestuursakkoord 2022 is met ingang van 2023 eenmalig een extra verhoging opgenomen van 10% op de OZB woningen (opbrengst € 1,8 miljoen) en wordt de kwijtschelding vanaf 2023 (voor een bedrag van € 1,2 miljoen) opgenomen in de tarieven rioolheffing en afvalstoffenheffing.
In combinatie met de energietoeslag en het kwijtschelden van heffingen voor de laagste inkomens houden we desalniettemin de woonlasten betaalbaar. Ondanks de extra verhogingen behoren de totale woonlasten van onze gemeente tot de laagste in het land.

Deze pagina is gebouwd op 10/10/2022 11:29:57 met de export van 09/29/2022 12:52:57