Wij hebben in ons bestuursakkoord 2022-2026 aangegeven dat ’s-Hertogenbosch een financieel gezonde gemeente is. Met solide financieel beleid hebben we een sterke basis gelegd voor de toekomst. Dat houden we zo in het belang van onze inwoners, instellingen en ondernemers.
Nu de inflatie zo hoog is, past het om de woonlasten beperkt te laten stijgen t.o.v. de inflatie. Om onze ambities waar te maken, ontkomen we evenwel niet aan een stijging van de woonlasten en de toeristenbelasting. In combinatie met de energietoeslag en het kwijtschelden van heffingen voor de laagste inkomens houden we de woonlasten betaalbaar en de lastendruk in vergelijking tot andere steden laag en beneden het gemiddelde. De onroerendezaakbelastingen voor de ondernemers zullen niet verhoogd worden anders dan met een inflatiecorrectie.
Voor de retributies (gemeentelijke dienstverlening tegen betaling, zoals afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges) geldt het uitgangspunt van kostendekkendheid.
Verhogingen c.q. verlagingen van Rijksbelastingen worden doorvertaald naar de gemeentelijke heffingen.
Voor belastingjaar 2023 is in de begroting en de belastingvoorstellen uitgegaan van 5,94% gemiddelde loon- en prijsstijging. Voor de tarieven van de retributies blijft als uitgangspunt gelden dat de tarieven maximaal 100% kostendekkend zijn.
De gemeente voert een actief en maximaal kwijtscheldingsbeleid. Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm. De gemeente heeft de keuze om kwijtschelding te verlenen op basis van 90, 95 of 100% van de bijstandsnorm. Een hoger percentage leidt tot een ruimere kwijtschelding.
Tot op heden zijn de tarieven van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing berekend met het uitgangspunt dat elke belastingplichtige meebetaalt en worden de kosten van kwijtschelding gedekt uit de algemene middelen. Rioolheffing en afvalstoffenheffing zijn beide een doelbelasting. Dat wil zeggen dat (maximaal) de gemaakte kosten in de tarieven kunnen worden verdisconteerd.
We kiezen ervoor om in de tarieven rekening te houden met niet meebetalende huishoudens als gevolg van verleende kwijtschelding. Deze kosten worden vanaf 2023 verdisconteerd in de tarieven voor rioolheffing en afvalstoffenheffing.
Om het kwijtscheldingsbeleid voort te kunnen zetten is in 2023 een bedrag van € 1.230.000,-- begroot.