Paragrafen

Lokale heffingen

Uw gemeenteraad stelt de verordeningen vast. Daarin zijn de tarieven voor de gemeentelijke belastingen en heffingen voor het komende jaar opgenomen. Hiertoe wordt een afzonderlijk raadsvoorstel met belastingvoorstellen uitgebracht dat samen met de begroting 2023 wordt behandeld. In dat voorstel wordt uitgebreid ingegaan op de diverse belastingen en heffingen. Hieronder volgt een korte samenvatting van de belangrijkste voorstellen.

OZB
Uitgangspunt in het bestuursakkoord is dat de woonlasten beperkt stijgen t.o.v. de inflatie. In
combinatie met de energietoeslag en het kwijtschelden van heffingen voor de laagste inkomens
houden we de woonlasten daarmee betaalbaar en de lastendruk in vergelijking tot andere steden
laag en beneden het gemiddelde. De onroerendezaakbelastingen voor de ondernemers zullen niet verhoogd worden anders dan met een inflatiecorrectie.
De waardeontwikkelingen van de woningen en de niet-woningen zullen in de tarieven van de OZB worden gecompenseerd.

De nieuw vastgestelde WOZ-waarden voor de heffing OZB 2023 zijn gebaseerd op het prijspeil van 1 januari 2022. Bij de berekening van de voorlopige nieuwe OZB tarieven 2023 is uitgegaan van de eerste prognoses van de nieuwe WOZ-waarden. Berekend is een gemiddelde waardestijging voor de woningen van 19%. Deze waardestijging wordt in het tarief verdisconteerd (verlaging van het tarief met 100/119 = 15,97%). Vervolgens wordt de inflatiecorrectie van 5,94% toegepast en een extra verhoging van 10%. Ten opzichte van 2022 wordt het tarief voor de woningen uiteindelijk verlaagd met 2,6%.

Voor de niet-woningen is een gemiddelde waardestijging berekend van 2%. De waardestijging wordt in het tarief verdisconteerd. Tevens wordt bij de niet-woningen de inflatiecorrectie van 5,94% toegepast. Het tarief voor de niet-woningen is in totaal met 3,86% verhoogd.

In onderhavig voorstel is rekening gehouden met de te honoreren WOZ-bezwaarschriften en vrijstelling woningdelen van niet-woningen. In de stijging van de opbrengst is rekening gehouden met nieuwbouw. Op basis van deze gegevens zijn de OZB-opbrengst en de voorlopige OZB-tarieven 2023 als volgt becijferd:

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

a. woningen: eigenaren

0,0853%

0,0816%

0,0783%

0,0731%

0,0712%

b. niet-woningen: eigenaren

0,3001%

0,2970%

0,3111%

0,3136%

0,3257%

c. niet-woningen: gebruikers

0,2404%

0,2379%

0,2492%

0,2512%

0,2609%

Opbrengst woningen (x € 1.000)

€ 16.934

€ 17.435

€ 18.077

€ 18.349

€ 21.254

Opbrengst niet-woningen (x € 1.000)

€ 22.765

€ 23.655

€ 24.745

€ 25.765

€ 28.571

Totaal opbrengst OZB  (x € 1.000)

€ 39.699

€ 41.090

€ 42.822

€ 44.114

€ 49.825

De tarieven voor 2023 zijn voorlopig becijferd op de tarieven zoals in bovenstaande tabel opgenomen. De WOZ-waardeontwikkeling is geanalyseerd uit de gerealiseerde verkoopcijfers tot voorjaar 2022. De herwaardering voor 2023 start in het derde kwartaal van 2022. Indien de ontwikkeling van de WOZ-waarden afwijkt van bovenstaande waardeontwikkeling, zal in de Raadsvergadering van december een voorstel worden ingediend met gewijzigde tarieven.

Afvalstoffenheffing

Voor het waarmaken van de ambities uit het bestuursakkoord 2022-2026 kan niet worden ontkomen aan een stijging van de woonlasten. In de afvalstoffenheffing worden de kosten van kwijtscheldingen opgenomen om tot daadwerkelijke kostendekking te komen.
Om vanuit de afvalinzameling een bijdrage te leveren aan het realiseren van een emissievrije binnenstad in 2025 voeren we een pilot uit waarbij we ervaring opdoen met een elektrisch inzamelvoertuig en een inzamelvoertuig op waterstof. De jaarlijkse extra lasten van beide voertuigen dekken we door de gemiddelde afvalstoffenheffing met € 2,00 te verhogen. We intensiveren vanuit de Afvalvisie de maatregelen gericht op het scheiden van het huishoudelijk afval en het verminderen van de hoeveelheid restafval aangeboden door de inwoners van de gemeente ’s-Hertogenbosch. Het zogenaamde “corona-effect” van huishoudelijk afval blijven we monitoren, vooralsnog is er geen sprake van vermindering van afval. In de afvalstoffenheffing wordt het effect van meer afval per huishouden gecompenseerd door het effect van een lagere prijsstijging voor de verwerking van het afval.
Structurele effecten zijn verwerkt in de Begroting 2023. De gemiddelde afvalstoffenheffing 2023 stijgt met € 28,80 en wordt € 261,70.

In de afvalstoffenheffing 2023 zijn onderstaande structurele effecten verwerkt:

  • Inflatiecorrectie van 5,94% (€ 13,83);
  • Hoeveelheids- en prijseffect verwerking huishoudelijk afval (€ -0,05);
  • Kosten pilot voertuigen op elektriciteit of waterstof (€ 2,00);
  • Kosten kwijtschelding afvalstoffenheffing (€ 13,02);

De volgende tarieven zijn becijferd:

Gegevens:

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Gemiddeld tarief afvalstoffenheffing

€ 204,68

€ 224,08

€ 224,08

€ 232,90

€ 261,70

Tarief eenpersoonshuishouden

€ 173,16

€ 188.40

€ 188,40

€ 199,80

€ 228,72

Tarief meerpersoonshuishouden

€ 221,28

€ 244,92

€ 244,92

€ 252,36

€ 282,24

Aantal betalende eenpersoonshuishoudens

25.584

26.457

26.780

26.285

27.185

Aantal betalende meerpersoonshuishoudens

44.794

45.319

45.584

44.572

43.785

Totaal opbrengst (x € 1.000)

€ 14.342

€ 16.084

€ 16.138

€ 16.500

€ 18.575

Voor de kostenonderbouwing van Afvalstoffenheffing wordt verwezen naar de bijlage Kostendekkendheid heffingen bij deze begroting.

Rioolheffing
De kosten van de gemeentelijke taken op het gebied van inzameling en transport van afvalwater, de verwerking van hemelwater en overtollig grondwater in het bebouwd gebied kan de gemeente op haar inwoners verhalen middels de rioolheffing.
In de rioolheffing worden de kosten van kwijtscheldingen opgenomen om tot daadwerkelijke kostendekking te komen.

De tarieven van de rioolheffing mogen maximaal 100% kostendekkend zijn.

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Tarief eigenaren (per object)

€ 65,76

€ 66,72

€ 66,04

€ 65,88

€ 68,76

Tarief kleinverbruikers (per object)

€ 64,68

€ 66,12

€ 64,76

€ 64,48

€ 67,76

Aantal aansluitingen

77.134

78.396

79.247

78.534

79.155

Totaal opbrengst (x € 1.000)

€ 11.121

€ 11.468

€ 11.415

€ 11.627

€ 12.251

Voor de kostenonderbouwing van Rioolheffing wordt verwezen naar de bijlage Kostendekkendheid heffingen.

Leges / Haven- en marktgelden / Grafrechten
Voor de kostenonderbouwing van deze heffingen wordt verwezen naar de bijlage Kostendekkendheid
heffingen.

Hondenbelasting
De tarieven voor hondenbelasting stijgen met 5,94%.

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Tarief eerste hond

€ 83,64   

€ 85,20

€ 87,84

€ 88,92

€ 94,20

Tarief tweede hond

€ 125,64  

€ 128,04

€ 132,00

€ 133,68

€ 141,60

Tarief derde en volgende hond

€ 168  

€ 171,24

€ 176,64

€ 178,92

€ 189,48

Tarief kennel

€ 251,88  

€ 256,68

€ 264,72

€ 268,20

€ 284,04

Totaal aantal honden (1 januari)

10.036

9.987

10.003

10.266

10.568

Opbrengst (x € 1.000)

€ 905  

€ 914

€ 940

€ 971

€ 1.048

Overige heffingen

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Precariobelasting

Opbrengst (x € 1.000)

€ 447

€ 493

€ 584

€ 592

€ 627

Toeristenbelasting

Opbrengst (x € 1.000)

€ 1.235

€ 1.259

€ 1.348

€ 1.366

€ 2.200

Roerende-zaakbelasting

Opbrengst (x € 1.000)

€ 7

€ 7

€ 7

€ 8

€ 9

Leges Publieke Dienstverlening

Opbrengst (x € 1.000)

€ 1.085

€ 1.202

€ 1.304

€ 1.184

€ 1.189

Parkeerbelastingen

Opbrengst (x € 1.000)

€ 6.376

€ 6.443

€ 10.346

€ 10.613

€ 11.345

Precariobelasting
De tarieven voor de precariobelasting stijgen met 5,94%.

Toeristenbelasting
In het bestuursakkoord is afgesproken om bij de toeristenbelasting een extra opbrengst te genereren van € 500.000,-- bovenop de inflatiecorrectie. Om deze doelstelling te realiseren zijn de tarieven per persoon, per overnachting als volgt:

  • Mobiele kampeeronderkomens € 0,80;
  • Hotels en pensions, Vakantieonderkomens, B&B ‘s, kamerverhuur & particuliere vakantieverhuur € 4,40

Parkeerbelastingen
De parkeerbelasting betreft het heffen van parkeergeld op betaalde parkeerplaatsen en parkeerplaatsen voor vergunninghouders. Deze parkeerplaatsen liggen in de binnenstad en in woongebieden rondom de binnenstad. De opbrengst parkeerbelasting stijgt conform de uitgangspunten van de begroting met 6,9%.

Leges Publieke Dienstverlening
De afzet van reisdocumenten en rijbewijzen vertoont een cyclisch patroon door de geldigheidstermijn. Door deze cyclische trend variëren begrote opbrengsten van jaar tot jaar. Binnen de legesheffing overstijgen de totale opbrengsten de kosten niet en houdt de gemeente zich aan de maximumtarieven die het Rijk voor bepaalde leges heeft vastgesteld.

Deze pagina is gebouwd op 10/10/2022 11:29:57 met de export van 09/29/2022 12:52:57