Algemene uitkering
De raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de door het ministerie van Binnenlandse Zaken opgestelde meicirculaire gemeentefonds van 1 juni 2022. In deze circulaire wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen van de algemene uitkering voor de jaren 2022 tot en met 2027, gebaseerd op de voorjaarsbesluitvorming van het Rijk.
Voor de jaren 2022 tot en met 2025 is de raming van het accres opgenomen volgens de bestaande normeringssystematiek. Vanaf 2026 laat het Rijk deze financieringssystematiek los en is het accres voor alle gemeenten tezamen vastgesteld op € 840 miljoen. Een aantal grote dossiers zijn verwerkt in deze circulaire waaronder het schrappen van de opschalingskorting tot en met 2025 en de herijking gemeentefonds per 1 januari 2023. Voor laatstgenoemde twee onderwerpen geldt, dat het onzeker is hoe het Rijk vanaf 2026 hiermee omgaat.
Baten
De raming van de algemene uitkering, gebaseerd op het prijspeil 2023, is € 361,7 miljoen.
Genoemd bedrag is inclusief verdeelreserve en integratie- en decentralisatie-uitkeringen (zoals Beschermd wonen, participatie, etc.) die via de algemene uitkering binnenkomen, maar exclusief een inschatting van het BTW-compensatiefonds. Op basis van de realisatiecijfers over 2021 is in de begroting 2023 een stelpost opgenomen van € 0,8 miljoen. Vanwege ons hogere aandeel in het gemeentefonds is dit € 0,1 miljoen hoger dan in 2022.
Ontwikkeling
De algemene uitkering stijgt in 2023 met € 22,8 miljoen ten opzichte van de begroting 2022 na wijziging. Hiervan wordt -/- € 2,2 miljoen toegeschreven aan taakmutaties met specifieke tegenposten, € 25 miljoen heeft geen specifieke tegenpost. Hiervoor kan onderstaande verklaring worden gegeven (bedragen x € 1 miljoen):
Omschrijving | Bedrag |
---|---|
Accres | 28,4 |
Ontwikkeling basisgegevens/uitkeringsbasis | -2,4 |
Ingroeipad herijking Gemeentefonds | 1,2 |
Uitname Volkshuisvestingsfonds | -1,5 |
Uitname woningbouwimpuls | -1,0 |
Overige | 0,3 |
Totaal | 25,0 |
Accres
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens de normeringssystematiek (trap op, trap af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de algemene uitkering. De jaarlijkse toename of afname van de algemene uitkering, voortvloeiend uit de normeringssystematiek, wordt het accres genoemd. Recent heeft de VNG ingestemd met het voorstel van het Rijk om het volume-accres gemeentefonds voor de jaren 2022-2025 te bevriezen. Hiermee is het risico op neerwaartse bijstellingen bijvoorbeeld als gevolg van bezuinigingen of onderuitputting uitgesloten.
Het accres 2023 laat ten opzichte van de begroting 2022 na wijziging een voordelig effect zien van € 28,4 miljoen.
Ontwikkeling basisgegevens/uitkeringsbasis
Lokale ontwikkelingen (zoals hogere opbrengsten OZB bijvoorbeeld) hebben rechtstreeks effect op de algemene uitkering, landelijke effecten indirect, namelijk via de uitkeringsfactor. De effecten van de lokale en landelijke ontwikkelingen van de uitkeringsmaatstaven zijn per saldo € 2,4 miljoen nadelig, vooral als gevolg van de actualisatie van meerdere maatstaven.
Ingroeipad herijking Gemeentefonds
Ondanks de bezwaren van onder andere de VNG en de Raad voor Openbaar Bestuur wordt de herijking van het gemeentefonds in 2023 ingevoerd. Wel heeft het Rijk het ingroeipad aangepast. In plaats van een maximaal effect van € 60 per inwoner is dit bedrag nu gemaximeerd op € 37,50 per inwoner, € 7,50 in 2023 en € 15 voor de jaren 2024 en 2025. Omdat wij een voordeelgemeente zijn, heeft dit in 2023 een voordelig effect van € 1,2 miljoen.
Uitname Volkshuisvestingsfonds en woningbouwimpuls
In het regeerakkoord zijn middelen voor de woningbouwimpuls (10x100 miljoen) en volkshuisvesting (4x150 miljoen) opgenomen. Deze middelen worden voor de jaren 2023 t/m 2025 onttrokken aan het voor die jaren gereserveerde accres.
Overig
Dit nadeel wordt grotendeels veroorzaakt door het vervallen van tijdelijke suppletie-uitkeringen.
Taakmutaties
De belangrijkste taakmutaties zijn als volgt (bedragen x € 1 miljoen):
Taak | Bedrag |
---|---|
WMO | 1,2 |
Jeugdhulp | -1,8 |
Combinatiefuncties/buurtsportcoaches | -0,7 |
Energietoelage lage inkomens | -2,5 |
Beschermd wonen | 2,2 |
Participatie | 0,7 |
Gemeentelijke schuldenbeleid | -0,3 |
Re-integratie | -0,6 |
Bijzonder bijstand | -0,2 |
Overige | -0,2 |
Totaal | -2,2 |
Door de herijking van het Gemeentefonds is het niet langer mogelijk om rechtstreeks uit de cijfers van het Rijk het aandeel van het sociaal domein (WMO, Jeugd en Participatie) af te zonderen. Op basis van de verdeling 2022 komt van de budgettaire ruimte van € 25,0 miljoen een bedrag van € 6,0 miljoen ten goede aan het Sociaal Domein. Dit is als zodanig in de begroting 2023 verwerkt.
In 2022 heeft onze gemeente eenmalige middelen ontvangen voor jeugdzorg, energiearmoede en corona (gemeentelijk schuldenbeleid, re-integratie en bijzondere bijstand). Deze vervallen in 2023. Daarnaast loopt de financiering van combinatiefuncties/buurtsportcoaches niet langer via het gemeentefonds.